Alsjeblieft

De coranawind is aan het uitgroeien tot een echte tornado. Berichten en meningen worden op social media naar hartelust gedeeld. Ik kijk, lees… Soms knik ik instemmend, soms stokt mijn adem van ongeloof of verontwaardiging. Deze keer kruip ik in mijn pen. Ik zag de campagne die stad Geel (België) opzette met middelbare scholen en artsen. Op facebook zag ik dat hun actie om jongeren te doen nadenken over corana bij sommigen stof doet opwaaien. Vooral hun vraag ‘Kan je ermee leven dat je iemand zou besmetten?’.

Even ging er een rilling over mijn rug.

Alsjeblieft, wees voorzichtig met wat je zegt of vraagt. Praat kinderen en jongeren geen schuldgevoel aan. Ga in gesprek, vraag naar de drijfveren van hun gedrag, stel kritische vragen, schets een beeld van wat kan gebeuren, maar praat ze geen schuldgevoel aan. Gemeente Geel zal het zo niet bedoeld hebben. Daar ga ik van uit. Kritisch bevragen is ook nodig, maar deze vraag hoort wat mij betreft thuis in een goed gesprek, van één op één, als je elkaars achtergrond kent, elkaars woorden en bedoelingen vertrouwt. Niet als ondertitel op een flyer.

Want wat als iemand ondanks de nodige voorzichtigheid een ander besmet? Wat als die ander zwaar lijdt aan de gevolgen van het coronavirus? Je weet niet wat het kan teweegbrengen. Dus alsjeblieft, praat ze geen schuldgevoel aan.

Snuiter – illustratie uit Per Ongeluk – © N. Slosse – © R. Del Moral

Snuiter kan erover meepraten. Bij het zien van de campagne, dacht ik meteen aan één van zijn verhalen. Zijn geestelijke moeder en schrijfster, Nathalie Slosse, kwam in gesprek met Mary Mijnlieff. Dit gesprek was de aanzet voor een prentenboek. Mary veroorzaakte als meisje van zes een ernstig ongeluk met de fiets. Haar verhaal van wat er toen gebeurde geeft ons een zicht op hoe een schuldgevoel gevoed kan worden. Het leert ons dat we als leerkracht iets kunnen bijdragen, zodat het schuldgevoel (dat er misschien al is) niet verder gevoed wordt.

Per Ongeluk” geeft ons een manier om onbedoeld schuldig zijn bespreekbaar te maken, in het bijzonder als er onherstelbare schade en pijn uit voortvloeit. Snuiter laat een ei vallen. Hierdoor wordt het kuiken blind geboren. Het mooie aan dit prentenboek vind ik dat al de ingewikkelde gevoelens die Snuiter ervaart op een logische en duidelijke manier verwoord zijn. Klaar om samen met jonge kinderen te onderzoeken.

Dus alsjeblieft, praat erover, maar praat niemand een schuldgevoel aan.

Ver-gi-ga-gankelijk

Via doorklikken op Facebook kwam ik uit bij de vergankelijkheidsdag. In het leven geroepen door Bureau MORBidee. Ik weet nog niet goed wat ik ervan denk…

  • “Wat een naam!”
    Ik ging spontaan op zoek naar synoniemen van dit zware woord. Dag van de eindigheid klinkt wat zachter. Tijdelijk vond ik ook een mooi synoniem, maar komt minder in de buurt van de bedoeling, denk ik.
  • “Zo mooi om hier aandacht aan te schenken!”
    We razen maar door in dit leven. Mensen die genoodzaakt worden om stil te staan bij de dood, ervaren dit als een verdieping van hun leven. Ze kiezen voor wat waardevol is.
  • “Doen we dat dan niet op Allerzielen?”
    De vraag is wat er bij de overgang van oktober naar november het meest komt bovendrijven. Toen ik als kind naar school ging, was het herdenken van de doden een vast thema voor eind oktober. Later werd die periode meer en meer in beslag genomen door het magische Halloween.
  • “Laten we vooral ook de kinderen betrekken bij deze dag.”
    Of liever: bij dit onderwerp. Kinderen worden nog te vaak gespaard, hoewel ze hier heel natuurlijk mee bezig zijn.

Wat ik dan wel weet?
Spreken over de eindigheid is heel waardevol. Bij het opgroeien van mijn kinderen heb ik het er al zo vaak over gehad. Niet om dat ik dat als onderdeel van de opvoeding zie of iets dergelijks. Gewoon omdat het nu eenmaal ter sprake komt. Na Frozen hoorde ik heel vaak het woord dood in hun spel. De vragen kwamen dan weer bij een platte egel op de weg, de kat van de buren die er plots niet meer is, de jonge specht die tegen ons raam vloog…
En ja, mijn moeder is dood en hebben ze nooit gekend. “Mama, heb jij ook een mama?” Dat helpt. Klinkt gek, maar het is echt zo. Elke rede is er een om de dood te vermijden. Ik had geen excuus. En ik ben mijn kinderen dankbaar om hun vragen.

Dus ja. Het is echt zinvol. En als je nog niet overtuigd bent? Op de website over de vergankelijkheidsdag vind je een oplijsting van wat het je kan brengen. Wees gerust, de voordelen zijn niet uit de lucht gegrepen. Ik spreek uit ervaring.

Maar hoe dan?
Als je wat ronddwaalt op laatstgenoemde website, vind je heel wat ideeën. Ik snuisterde al wat tussen de pagina’s en maakte een verzameling van beelden en woorden die voor kinderen heel toegankelijk is.
Het mooie aan praten met kinderen over hun vragen is dat ze gretig luisteren. Voor even, om nadien weer verder te fladderen als hun nieuwsgierigheid gevoed is.