Aan het eind…

Het ontploft zowat in mijn lijf. Frustratie, vragen, verwondering. Is dit het nou? Onderwijs? Wat leren mijn kinderen? Wat missen ze? Ik plof op mijn stoel. Vol hoofd, kort lontje. Rustig ademen. De kinderen kunnen even voort nu.

Ik haal een koffie, pak mijn schrift erbij en probeer mijn hoofd leeg te maken.

Hoe is dit mogelijk? De dag is net begonnen en ik zit al aan het eind van mijn Latijn.

Meteen schiet me het begin van mijn frustratie te binnen. Dictee. Mijn dochter schrijft “ijndelijk”. Ik hou mijn mond. Samen kijken we het dictee na. Staat “ijndelijk” eigenlijk in de ei-rap (rap, de muziekstijl)? Niets te vinden. “Kijk dan op de ei-plaat.” Korte zinnen vliegen heen en weer. “Wat zou dat nou op de ei-plaat staan, mama.” Ik val stil.
O ja, natuurlijk! Eindelijk kan je niet tekenen. Die stomme spellingsmethode ook. Als je een ei-rap maakt (eigenlijk klinkt die best cool) moet je er wel álle woorden inzetten!


Eigenlijk is de mama in mij beste tevreden. Ik ben trots op mijn kinderen, hun zelfstandigheid en doorzettingsvermogen. De leerkrachten doen hun best in deze rare tijd. Ze houden contact en laten mijn kinderen verder leren. Toch zit de juf in mij vol ideeën op basis van wat ik bij mijn kinderen zie: hun worsteling en enthousiasme.

Als onderwijsadviseur zit ik te popelen. Het borrelt in mij.
Krijgen scholen en leerkrachten eigenlijk tijd in deze verandering? Deze tweede lockdown wordt er snel geschakeld. Klik, klik, klik en we gaan weer verder. Want leerachterstand mag niet. Lesjes moeten gegeven worden, materiaal klaargelegd, noodopvang voorzien…

  • Wie geeft hen de raad en de ruimte om stil te staan bij hun onderwijsopdracht, bij doelstellingen en de middelen?
  • Hoe houden ze de vinger aan de pols om als het nodig is van koers te veranderen? Wie helpt hen hierbij?
  • Wie blijft in de gaten houden of dit het soort onderwijs is dat de school wil uitdragen?
  • Wie staat achter leerkracht, intern begeleider of directeur en luistert naar hun noden en vragen?

Kan ik hierin iets betekenen in de enkele uren die mij resten per week? En op welke manier dan? Want ondanks het geborrel in mij ben ik oprecht blij dat ik in deze periode de ruimte heb om stil te staan bij de noden van mijn kinderen. Blij dat ik de rust kan nemen om ontstoken lontjes op tijd de kop in te drukken.

Alsjeblieft

De coranawind is aan het uitgroeien tot een echte tornado. Berichten en meningen worden op social media naar hartelust gedeeld. Ik kijk, lees… Soms knik ik instemmend, soms stokt mijn adem van ongeloof of verontwaardiging. Deze keer kruip ik in mijn pen. Ik zag de campagne die stad Geel (België) opzette met middelbare scholen en artsen. Op facebook zag ik dat hun actie om jongeren te doen nadenken over corana bij sommigen stof doet opwaaien. Vooral hun vraag ‘Kan je ermee leven dat je iemand zou besmetten?’.

Even ging er een rilling over mijn rug.

Alsjeblieft, wees voorzichtig met wat je zegt of vraagt. Praat kinderen en jongeren geen schuldgevoel aan. Ga in gesprek, vraag naar de drijfveren van hun gedrag, stel kritische vragen, schets een beeld van wat kan gebeuren, maar praat ze geen schuldgevoel aan. Gemeente Geel zal het zo niet bedoeld hebben. Daar ga ik van uit. Kritisch bevragen is ook nodig, maar deze vraag hoort wat mij betreft thuis in een goed gesprek, van één op één, als je elkaars achtergrond kent, elkaars woorden en bedoelingen vertrouwt. Niet als ondertitel op een flyer.

Want wat als iemand ondanks de nodige voorzichtigheid een ander besmet? Wat als die ander zwaar lijdt aan de gevolgen van het coronavirus? Je weet niet wat het kan teweegbrengen. Dus alsjeblieft, praat ze geen schuldgevoel aan.

Snuiter – illustratie uit Per Ongeluk – © N. Slosse – © R. Del Moral

Snuiter kan erover meepraten. Bij het zien van de campagne, dacht ik meteen aan één van zijn verhalen. Zijn geestelijke moeder en schrijfster, Nathalie Slosse, kwam in gesprek met Mary Mijnlieff. Dit gesprek was de aanzet voor een prentenboek. Mary veroorzaakte als meisje van zes een ernstig ongeluk met de fiets. Haar verhaal van wat er toen gebeurde geeft ons een zicht op hoe een schuldgevoel gevoed kan worden. Het leert ons dat we als leerkracht iets kunnen bijdragen, zodat het schuldgevoel (dat er misschien al is) niet verder gevoed wordt.

Per Ongeluk” geeft ons een manier om onbedoeld schuldig zijn bespreekbaar te maken, in het bijzonder als er onherstelbare schade en pijn uit voortvloeit. Snuiter laat een ei vallen. Hierdoor wordt het kuiken blind geboren. Het mooie aan dit prentenboek vind ik dat al de ingewikkelde gevoelens die Snuiter ervaart op een logische en duidelijke manier verwoord zijn. Klaar om samen met jonge kinderen te onderzoeken.

Dus alsjeblieft, praat erover, maar praat niemand een schuldgevoel aan.